Zou het niet water naar de zee dragen zijn? Was het niet vragen om hoon van de plaatselijke historici en politicologen? Waarom Baltische familiegeschiedenissen vertellen aan Baltische toehoorders? Zou Arvo Pärt aanwezig zijn?
Jan Brokken en de musici Marcel Worms en Ursula Schoch waren er lang niet gerust op toen ze op 1 december vertrokken voor een tournee van vijf dagen door de Baltische landen. Maar het eerste optreden in het House of the Blackheads in Tallinn was meteen al een gedenkwaardige avond. De Estse minister van cultuur woonde de avond bij en was onder de indruk van de verhalen en de muziek. De inmiddels bijna 80-jarige Arvo Pärt moest vanwege de extreme kou – het was min veertien – verstek laten gaan maar hij had drie stafleden van het Arvo Pärt Center afgevaardigd. Het getuigde volgens hen van een heksentoer dat zoveel verschillende aspecten van Pärts werk in zo’n kort tijdsbestek naar voren werden gebracht. De Nederlandse ambassadeur Jos Schellaars had vele protagonisten uit het boek weten op te sporen. Verwanten en vrienden van de familie Von Wrangel, maar ook Ilja Sundalevitsj, die Jan Brokken diep geroerd in de armen sloot. Opvallend was dat een niet gering aantal Russischtalige Esten aanwezig was. Zij hadden waardering voor de genuanceerde wijze waarop Jan Brokken de Baltische geschiedenis benaderde. De Russische zaakgelastigde verliet de zaal niet, wat hij enkele weken eerder wel deed toen minister Frans Timmermans het woord voerde. Tot aan het einde van de concertlezing liet hij de door Jan Brokken uitgesproken tekst woord voor woord door een tolk vertalen. De met Nederlanders getrouwde Esten kwamen Jan Brokken bedanken voor het begrip dat hij voor Estland en de Estse muziek had gewekt. Pianist Marcel Worms vond het een bijzondere ervaring om op een drie meter lange vleugel van het merk Estonia de werken van Estse componisten uit te voeren.
In Riga kon de concertlezing op geen betere plaats gehouden worden: in de concertzaal van de Muziekacademie. Drie maal kwam die Muziekacademie terug in de verhalen van Jan Brokken. Over de violisten Gidon Kremer en Philippe Hirschhorn zei hij: ‘Ik zie ze hier rondlopen, ik hoor ze repeteren.’ Voor de tot op de laatste plaats gevulde zaal gaf ambassadeur Henk van den Dool een amusante inleiding. Hij begon zijn diplomatieke carrière op de afdeling West-Afrika van het ministerie van buitenlandse zaken. ‘Moet je Zaza en de president lezen,’ zeiden ze tegen hem. Een paar jaar later voerde hij besprekingen met president Blaise Compaoré van Burkina-Faso. Hij moest zich bedwingen om hem niet te vragen: ‘Weet u dat een Nederlandse schrijver een boek over u heeft geschreven onder de titel De moordenaar van Ouagadougou?’ Twintig jaar later werd Van den Dool benoemd tot ambassadeur in Letland. ‘Moet je Baltische zielen lezen,’ kreeg hij toen te horen. ‘Waar speelt je volgende boek zich af?’ vroeg hij publiekelijk aan Jan Brokken, ‘dan kan ik me alvast gaan voorbereiden op mijn volgende post.’ Het laconieke antwoord – ‘Rusland’ – zorgde voor enige beroering in de zaal. ‘Oei,’ riep een Let. Maar anderhalf uur later volgde een staande ovatie, die zo lang aanhield dat Marcel Worms en Ursula Schoch niet vertrekken konden zonder een toegift. Eerder op de dag hadden ze een masterclass gegeven aan piano- en vioolstudenten.
Het publiek bleef lang napraten met Jan Brokken. Hij kreeg zoveel verhalen te horen dat hij nog minstens vijf hoofdstukken aan Baltische zielen zou kunnen toevoegen. Onder de aanwezigen waren opvallend veel jongeren. ‘U heeft me vanavond meer over de geschiedenis en cultuur van mijn eigen land geleerd dan mijn leraren op school,’ reageerde een Letse. ‘Ik heb voor het eerst naar een buitenlander geluisterd die iets van onze tragiek begreep,’ zei haar vriend. Ook van officiële zijde was veel waardering. De woordvoerder van het Letse ministerie van buitenlandse zaken Karlis Eihenbaums hoorde verhalen die hem bij de strot hadden gegrepen en die van een grondige kennis van de Baltische problematiek getuigden.
In Vilnius had de pas benoemde ambassadeur Bert van der Lingen voor een historische plaats gekozen: het huis waar de bekendste Litouwse componist M.K Ciurlionis een jaar woonde. Na een gloedvolle inleiding van de ambassadeur heette de achterkleinzoon van de componist de gasten welkom en vertelde over de tijd dat Ciurlionis in Vilnius had doorgebracht. Stoelen tekort, de beide woonkamers waren tot op het laatste plekje bezet. De sfeer was intiemer dan in de grote zalen in Tallinn en Riga, maar juist daardoor kwam de concertlezing heftiger aan. Het verhaal dat Jan Brokken vertelde over het college Jiddisch aan de laatste overlevenden van het getto van Vilnius deed de vertegenwoordigster van de Joodse gemeenschap verzuchten dat het lang had geduurd voor iemand in een paar woorden verwoordde hoe een hele beschaving werd weggevaagd. Toen Jan Brokken na de pauze de lotgevallen van Loreta verhaalde, luisterden de mannen met gebalde vuisten en hield het publiek letterlijk de adem in. Jan Brokken raakte zo geëmotioneerd door de geladen sfeer dat hij met de grootste moeite de laatste woorden van Loreta kon uitspreken. Direct daarop speelden Marcel Worms en Ursula Schoch op weergaloze wijze drie preludes van Ciurlionis. Preludes die de componist even verderop, aan de eetkamertafel, had gecomponeerd. Even later volgde opnieuw een ontroerend moment: na het verhaal over Jurgis Gaizauskas en diens tweede sonate voor piano en viool, kwamen drie dochters van de componist naar voren en legden een boeket bloemen neer voor ieder van de uitvoerenden.
Na afloop van de concertlezing vroeg Arminas Lydeka, voorzitter van de Europese Zaken Commissie van het Litouwse parlement, of Jan Brokken, Marcel Worms en Ursula Schoch de concertlezing Baltische zielen voor alle leden van het Litouwse parlement willen houden tijdens een speciale zitting. Een wel heel bijzondere uitnodiging, die hij de volgende dag in een mail aan de Nederlandse ambassadeur herhaalde.
De tournee door de Baltische landen was door de Nederlandse ambassades in Tallinn, Riga en Vilnius georganiseerd. Rond de lezingen waren tal van ontmoetingen georganiseerd. Zo sprak Jan Brokken in de drie landen met vijf uitgevers. Er bestaat gerede kans datBaltische zielen zowel in het Ests, Lets als Litouws zal worden uitgegeven.