Geert Hoevers en Marijke van den Hoonaard bezochten enige jaren geleden, na lezing van De rechtvaardigen, een bezoek aan het Jewish cultural historical museum op Curaçao. De curator – mevrouw Phyllis Meit – had grote belangstelling voor de afbeeldingen van de Curaçao-visa in het boek. Geert Hoevers nam contact op met de uitgeverij en ontving een scherpe kopie van een van de visa. Eind oktober bezochten ze het museum opnieuw en overhandigden de kopie. Ze schreven het volgende verslag hierover:
‘In De Rechtvaardigen van Jan Brokken spelen Curaçao-visa een grote rol. In korte tijd werden tussen mei en augustus 1940 meer dan 2000 van die visa verstrekt aan joden die op de vlucht voor de Duitsers in Litouwen terecht waren gekomen. De Nederlandse consul in samenwerking met de Japanse boden hen die visa aan, zodat ze via de USSR naar Japan konden reizen.
Naar Nederland konden ze niet, dat was bezet door de Duitsers, naar Palestina ook niet, dat stonden de Russen niet toe. Japan was nog niet in oorlog met Nederland……
Wij lazen het boek van Jan Brokken en even later in mei 2021 bezochten we Curaçao omdat Marijke daar voor korte aan het werk moest. Daar ontmoetten we Phyllis Meit van het Joods museum. Zij was erg geïnteresseerd in het boek van Jan Brokken en in het verkrijgen van een origineel van een Curaçao-visum voor het museum. Thuisgekomen in Nederland namen wij contact op met de uitgever van De Rechtvaardigen. Jan Brokken bleek direct bereid om uit zijn persoonlijk onderzoeksarchief een scherpe kopie ter beschikking te stellen. Jan bleek in de jaren negentig van de vorige eeuw langdurig op Curaçao gewoond te hebben en het joods museum een warm hart toe te dragen.
Zo konden wij vandaag op 28 oktober 2022 de kwaliteitskopie van een Curaçao-visum persoonlijk overhandigen aan Phyllis. Marijke moest dit jaar weer een weekje op het eiland werken.
Het Joods museum blijft op zoek naar een origineel van een visum, al is het maar een bruikleen voor een tentoonstelling. Intussen beschikt het museum ook over een EO documentaire die gaat over de toenmalige Nederlandse consul in Litouwen.’