“Het eiland van Jean Rhys is een pareltje in Brokkens oeuvre: een reisverslag en essay ineen, van een gedreven lezer en reiziger die voortdurend probeert zijn visie scherper te stellen op een boek, De wijde Sargassozee, en een auteur die hij ten diepste wil doorgronden. Zijn eigen tekortkomingen in het begrijpen van een obsederende wereld vervlecht Brokken als het commentaar van een vertwijfelend koor door zijn relaas. (..) Brokken is een meester om de dreiging van onwelwillendheid, zompig moerasland en door de historie verstoorde rassenrelaties op de lezer over te brengen. (..) Ik heb zelf nooit zo de neiging om de sporen van een roman ‘in de werkelijkheid’ te volgen, want veel méér dan teleurstelling voor mijn eigen verbeeldingskracht levert die in de regel niet op. Maar Jan Brokken, die de maat van de roman voortdurend langs de overwoekerde paden en schaarse getuigenissen van Dominica legt, weet uit de kluwen van Caraibische eilandelijkheid en grootste romanverbeelding een boek te maken dat je niet wilt wegleggen. Ik denk dat dat komt omdat hij zelf, ook een kind van ‘witte tropenouders’, zich zo intens identificeert met de schimmen die ooit op het eiland ronddoolden. Maar het komt ook omdat hij langs deze weg helder weet te maken wat de verwoestende invloed is van verziekte rasrelaties in de slaventijd, zelfs al ligt die tijd al langer dan een eeuw achter ons. Brokken maakt zo zichtbaar en inzichtelijk wat een literair werk vermag en wat we nog uit geen stapel studies naar de slavernij en haar erfenis te weten komen: trots, gekrenktheid, eenzaamheid en wanbegrip als nasleep van eeuwen inhumaniteit.” – Michiel van Kempen, schrijver, dichter, biograaf, hoogleraar Nederlands-Caraibische Letteren aan de Universiteit van Amsterdam, op www.werkgroepcaraibischeletteren.nl