Na de concertlezing die hij samen met pianist Marcel Worms in Delft gaf, werd Jan Brokken op 17 november 2008 De Onregelmatige Omslagprijs uitgereikt. De prijs, een initiatief van boekhandel De Omslag in Delft en van haar eigenaar/oprichter Trude Gerritsma, gaat met grote onregelmatigheid naar de schrijver van een oeuvre die, in de woorden van Trude Gerritsma, ‘ook nog eens erg aardig is voor het lezingenpubliek.’
Kort na de oprichting van boekhandel De Omslag in Delft werd de prijs in 1988 voor het eerst uitgereikt aan Renate Dorrestein. Zij had toen nog geen enkele literaire prijs ontvangen, ‘wat wij echt van de gekken vonden,’ aldus Trude Gerritsma. De volgende winnaars waren Leon de Winter, de Stichting Schrijvers School Samenleving voor haar werk als organisator van lezingen en literaire manifestaties, Arthur Japin, Connie Palmen en Gerrit Komrij. De zevende prijswinnaar is Jan Brokken geworden.
Totaal verbouwereerd nam hij de prijs – een zilveren champagnekoeler met inscriptie – in ontvangst. ‘Jan Brokken heeft,’ zei Trude Gerritsma in haar toespraak, ‘twee literaire prijzen gewonnen. Gezien zijn oeuvre, dat van een constante hoge kwaliteit is en van een verrassend grote verscheidenheid, is dat een absolute schande. Wij vinden dat daar snel verandering in moet komen. Deze prijs is een eerste stap. Want De Onregelmatige Omslagprijs brengt geluk – dat heeft het verleden bewezen.’
In zijn dankwoord zei Jan Brokken dat hij als schrijver bestaat ´omdat de boekhandel wil dat ik gelezen word. Mijn kleine waanzin werd in de pers vrijwel doodgezwegen, maar door de inzet en de overtuigingskracht van boekhandelaren als Trude Gerrtisma bereikte het boek uiteindelijk toch een groot publiek. En dat die boekhandelaren me ook nog aardig vinden, ja, dat is een groot compliment. In de champagnekoker zit een fles. Ik kan u verzekeren, ik ga dit vieren.’
Ruim honderd lezers woonden de concertlezing in Delft bij. Aanleiding was In het huis van de dichter, het boek dat Jan Brokken over zijn vriendschap met de Russische meesterpianist Youri Egorov schreef. Jan Brokken na afloop: ‘Ik dacht dat ik met dit boek vooral muziekliefhebbers zou aanspreken. Maar nee, niet alleen. In de zaal zaten mensen die me van mijn Afrika-boeken kennen, of van Mijn kleine waanzin of van Jungle Rudy. Lezers zijn veel avontuurlijker dan de meeste schrijvers denken. De man die, met De regenvogel in de hand, een biertje dronk in Le Wharf in Port-Gentil, ver weg van de wereld, aan de rand van het oerwoud in Gabon, schaft zonder de geringste aarzeling het boek over een Russische pianist aan die ten onder gaat aan de vrijheid in het westen. Ik word daar zielsgelukkig van. Ik hoef me niet af te vragen wat lezers willen. Voor mijn volgende boek kan ik gerust naar Berlijn. Of naar Riga. Of naar een duistere episode uit de geschiedenis van mijn dorp. Als lezers gegrepen worden door een schrijver, haken ze niet snel af. Aan iedere lezing houd ik een fikse dosis durf over. Durf om een totaal ander boek te schrijven.’