Mooie column van Michel Krielaars in NRC/Handelsbladvan 31 mei: Baltische zielen op locatie. Tijdens een reis door de Baltische landen bezoekt Krielaars boekhandel Janis Roze in Riga, een belangrijke locatie in Jan BrokkensBaltische zielen. Michel Krielaars: “Ineens valt mijn oog op een naam, ‘Jans Brokens’, van wie een boek ligt uitgestald met de titel Nelegālie pasažieri, Jan Brokken dus, met zijn roman De blinde passagiers in het Lets, verschenen in 2011. Ik speur verder naar andere Nederlandse auteurs, maar ze zijn er niet. Ik vraag in het Russisch, de tweede taal van Letland, of ze Baltische zielen al hebben. De boekverkoopster haalt haar schouders op. Het is zo’n moment dat ik het liefst naar de plaatselijke variant van het Letterenfonds zou gaan om te pleiten voor een vertaling van het boek, waarin de geschiedenis van een streek en zijn bewoners wordt verteld. Alleen al daaruit blijkt dat de werkelijkheid vaak absurder is dan een schrijver kan bedenken.”
De werkelijkheid is nog absurder. Letland heeft geen literaire vertalers die werk vanuit het Nederlands in het Lets kunnen vertalen. Lets is een kleine taal, die door slechts twee miljoen mensen wordt gesproken. Austra Aumale’s vertaling van De blinde passagiers – een prachtig vloeiende vertaling, naar het schijnt – is gebaseerd op de Duitse vertaling van de roman,Die blinden Passagiere, waarvoor Helga van Beuningen tekende. Met de Letse vertaling van Baltische zielen wordt gewacht tot de Duitse vertaling verschenen is, en dat kan nog wel even duren.
In het Lets worden auteursnamen overigens altijd vertaald. Achter Paulu Koelju, van wie enorme stapels boeken in de kiosken en boekhandels van Riga liggen, verschuilt zichPaulo Coelho. De auteursnamen worden bovendien vervoegd – het Lets telt zeven naamvallen. De blinde passagiers van Jan Brokken wordt daarom Nelegālie pasažierivan Jans Brokens, met hoofdpersoon Moriss (Maurice). De Letse critici zagen in de roman – over twee verstekelingen uit Oost-Europa die naar Amerika willen maar zich op het verkeerde schip verschuilen – één grote allegorie op de postcommunistische periode.